De kracht van
de
ruimte
- Beelden
hebben een eigen kracht,
ze roepen op hun eigen manier bij mensen gedachten, associaties en
gevoelens
op.
- Wat ik
graag wil is de ruimte
zo te beïnvloeden, dat de ruimte op een andere manier wordt
ervaren.
Verrassing. Dat het tot een andere kijkhouding leidt.
- Sterke
vreemde ruimtes - Ik
wil op zoek gaan en werken aan beelden van sterke vreemde ruimtes. Die
uitdagen en die (mij en anderen) het gevoel geven: "Ik kan er
niet
omheen, het dwingt om er iets mee te doen, er iets in te laten
gebeuren".
Om ook anderen het gevoel te geven dat er veel is gebeurd of te
gebeuren
staat...
Ik
zou het
mooi vinden om
een ruimte te maken die zo sterk is dat een ander er door
geïnspireerd
wordt om er (vanuit zijn invalshoek) er zijn eigen voorstellingen bij
te
maken.
- De
"niets ruimte" - Wat
me intrigeert: de "niets ruimte", - de ruimte die de fantasie uitlokt.
Op zoek naar de ruimte die men niet ziet. Waar kinderen spelen:
trappenhuizen,
kasten, hoekjes, luiken, onder de heg, onder en in de hangende was, in
bomen, daar waar de ander niet is. Een van de dingen die me intrigeert
is hoe kinderen de ruimte zien en ervaren, en er mee omgaan.
(Een
beeld
uit mijn jeugd
van een ladenkastje met 4 laatjes die eruit gehaald zijn, waarin ik
uren
heb doorgebracht).
- Dat
het uitdaagt - Wat
m'n werk betreft: ik wil dat het fantasievol is, dat het uitdaagt tot
spelen.
Dat het zelf weer verhalen oproept. Ik vind dat het belangrijk is dat
het
aanleiding geeft om er in te veranderen, om er in te bouwen, en
er
in te werken. Ik wil een ruimte maken die zo sterk is dat een ander er
door geinspireerd wordt om er zijn eigen beelden en voorstellingen bij
te maken.
Zo
heb ik
voor de voorstelling
van "Klapstok" een fundament van een huis met losse muren en
staanders
ontworpen waarmee de acteurs en regisseur konden spelen. De acteurs,
regisseur
en ik hebben dit uitgangspunt in het werkproces veranderd waardoor het
eindbeeld totaal anders is geworden als het beginbeeld.
|
Ruimtes van
herinnering
- Wat ik
heel inspirerend vind:
Het werk van Kabakov en Louise Bourgois, omdat zij een soort ruimtes
van
de herinnering maken. Kabakov staat voor mij echt voor de maatschappij,
denkend aan o.a. zijn werk in het stedelijk museum "Het grote archief".
Het werk van Louise Bourgois vind ik zeer aangrijpend omdat het over
haar
persoonlijk leven vertelt.
Zulke
ruimtes van mijn herinnering
in de richting van het theater verder te ontwikkelen is ook iets wat me
bezig houdt.
Met
Rieks
Swarte heb ik
in die richting gewerkt met het project "MINE HAHA" en "Panorama van de
eeuw" in 1999 in het Fort van IJmuiden.
In
project
"MINE HAHA" hebben
we een Hollandse zolder laten bouwen in de toneelschuur, als de erfenis
van een oude vrouw, Helena Engel die hierin het theater van haar leven
had gemaakt. Als visualisering van de novelle van Frank Wedekind "Mine
HaHa".
In
"Panorama
van de eeuw"
hebben we met 4 ontwerpers en met acteurs de eeuw terug vertelt.
Mijn aandeel was o.a. een onderduikruimte: het publiek zat tussen de
spouwmuren
en keek de ruimte in, een herinneringsmuur aan de sixties.
- Wat mij
inspireert, wat belangrijk
voor mij is krijgt zijn neerslag in mijn tekendagboeken en
'verzamelingen'.
Als ik de bergen in ga, kan ik blij zijn met een stuk blik dat ik vind.
Ik houd van eenvoudige natuurmaterialen. Daarom interesseren me
schilders
als de Chirico, maar ook de Griek Kounellis die veel met
natuurmaterialen
werkt. Ik ben gek van waterplaatsen, oude boerderijen.
|
Uitgangspunten
van mijn
werken
- In mijn
werk en denken zit vaak
een theatraal aspect: het roept associaties op aan handelen en/of
nodigt
uit tot handelen. Ik houd van openheid en kwetsbaarheid, het zoeken,
dat
niets definitief is.
Traditioneel
moest in het
theater een decor vooral ondersteunen. Ik vind dat mijn werk zijn eigen
verhaal moet oproepen, dat er ruimte gelaten wordt voor het eigen
denken
en de fantasie van de ander/het publiek.
Het
beeld
moet zelf zijn
weg gaan en zijn eigen verhaal vertellen.
- Ik wil
de gewone gang van zaken
omdraaien en werken vanuit het beeld. Ik wil beelden maken, ruimte
vormgeven
en van daaruit anderen erbij betrekken. Wat ik wil is om de vormgeving
/ de ruimte als uitgangspunt en startpunt te nemen voor een
proces/project.
Ik wil initiator zijn en werken aan projecten/processen, die starten
met
de vormgeving van de ruimte.
- Daarom wil
ik van mijn werk
dat het fantasievol is. Ik stel me als doel in mijn vormgeving de
vrolijkheid
en intensiteit van het spelen te behouden. Ik wil dat het anderen
uitdaagt er hun werk tegenover te stellen, dat het zelf weer verhalen
oproept.
Ik
vind dat
het belangrijk
is dat het aanleiding geeft om er in te bouwen, er in te veranderen en
er in te werken, er verhalen in te vertellen.
|
Voorbeelden van mijn werk
in welke
richting ik verder denk
- "500
jampotjes" binnen "Halte
1" een onderzoeksproject in 1998 van theater Artemis. Ik heb de
garderobe
van het gebouw verbouwd. Bodil de la Parra heeft zich laten
inspireren door de ruimte en op basis hiervan een tekst
geschreven.
De theatertekst is door Mathijs Rumke geregisseerd en door 2 actrices
gespeeld.
- "Zinnia
en
Orendel" bij de dansateliers
Rotterdam in 2000. Een ontmoeting van scenografie en choreografie: in
samenwerking
met Marie Louise Gilcher. Ik richtte de studio's van de dans ateliers
in
met materialen als folie, blikken, plastic zakjes met water gevuld,
kledinghoezen(deze
waren tevens kostuums). Marie Louise werkte van hieruit met 2 vrouwen
door
deze op verschillende manieren in de ruimte te laten zijn.
- Opdracht
tot het openbaar maken
van de kunstcollectie van De paviljoens in Almere (in samenwerking met
vormgeefster Heleen Dijkman). We wilden de bezoekers een ruimtelijke
ervaring
meegeven: in de museumzaal lopen ze om de collectie heen die is
geplaatst
in een tuinderskas. Als ze daarna een trap op gaan, komen ze zelf in
een
tuinderskas te staan, ze staan in het kunstdepot. Ze kunnen de opslag
van
kunst zien en het werk van de conservator.
- "Huis
op
WC "(juni 1996). In
de gang van mijn atelier zijn twee deuren, daarachter zijn twee wc's,
op
een van die wc's' heb ik een huis geplaatst. Door deze ingreep in het
beeld
kijk je anders en de functie van de ruimte is veranderd.
|
- In een
verhaal, gevoel of sfeer
duiken en je daar helemaal in laten gaan. Ik vind het leuk dat je
begint
in je eigen atelier en dat je eindigt met een voorstelling.
Het
brainstormen dat je
in dit vak moet doen, spreekt me enorm aan: ontzettend veel gekke
dingen
bedenken en dan tenslotte, als een speld in een hooiberg vinden, weten:
'Dit moet het zijn '.
- Ik wil
tijd en de ruimte om
m'n eigen werk te maken. Ik ben ontwerper en kunstenaar. Naast mijn
werk
als theatervormgever wil ik autonoom werk maken. Ik wil een
wisselwerking
tussen solowerk en theaterwerk (collectief werk)
|
Francy
van den
Heuvel (1996)
|
Zinia
en Orendel
|
Potjes
|

Kind
in kastje
|

Ruimte
onder tafel
|

Minehaha
|

Zinia
en Orendel
|

Potjes
|

De
Pavilioens: Open
depot
|

Huis
op wc
|

Peuterfestival
3turven hoog
|
|